Kevin Van Wauwe, asfaltoperator: “Het geeft voldoening om over asfalt te rijden die je zelf hebt gemaakt.”

“Ik stap wel eens uit aan een nieuwe asfaltstrook om te kijken hoe de collega’s het hebben gelegd. Want ik maak het asfalt dan wel, het resultaat zie ik bijna nooit.” 

Kevin Van Wauwe spreekt enthousiast over zijn werk. Als asfaltoperator bij een van de grootste asfaltproducenten van België, is hij een van de onzichtbare helden achter het Belgische wegennet. Na 13 jaar in het vak, is zijn trots en passie nog steeds even voelbaar. 

“Als operator maakt je iets, en wat er uit de machine komt, zie je ook meteen,” vervolgt hij. “Als je er dan over rijdt, geeft dat voldoening. “Die asfalt heb ik gemaakt”, denk ik dan, dat is plezant dat je dat kan zeggen.” 

Kevin is maar één van de vele onzichtbare krachten die schuilgaan achter elke meter asfalt op onze wegen. Van laboranten die de perfecte samenstelling bepalen tot de operatoren die het asfalt maken en de asfalteurs die het leggen, er gaat een wereld van expertise, innovatie en toewijding schuil achter wat voor velen slechts een grijze ondergrond is die vlot moet rijden. 

Een goed geoliede machine 

Wie denkt dat asfaltproductie simpelweg een kwestie is van wat zwarte massa draaien om op de weg te storten, heeft het mis. “We hebben twee operatoren om elkaar af te kunnen wisselen,” legt Kurt Schaevers uit, een ervaren manager in de sector. “Als ze er allebei zijn, dan is er één aan de productie bezig, aan de machine, en de andere is buiten aan het ontsmeren en de technische controles aan het doen.” 

Daarnaast zijn er grondverzetmachinisten, iemand die de logistiek coördineert, technici die ervoor zorgen dat alles blijft draaien, en een laborant die de productiecontroles doet. “Om de 200 ton productie moeten wij een productiestaal nemen om de kwaliteit te testen”, zegt Kurt.  

In totaal werken er gemiddeld zeven mensen in een asfaltcentrale, elk met hun eigen cruciale rol. Het is een geoliede machine waar iedereen zijn steentje bijdraagt – letterlijk en figuurlijk. 

De kunst van het mengen 

Steengruis, zand, bitumen en vulstof. Slechts vier ingrediënten, maar tientallen recepten. Elk recept is zorgvuldig samengesteld om aan specifieke eisen van de bouwheer, dikwijls de overheid, te voldoen, of het nu gaat om een drukke snelweg met voortdurend en zwaar verkeer, een landelijke baan waar af en toe een auto over rijdt of een rustig fietspad. Van grond- tot toplaag, elke toepassing heeft bepaalde vereisten, en voor elke toepassing bestaat er een ander recept.  

Zijn de operatoren de sous-chefs die de recepten uitvoeren, dan is een laboratoriumtechnicus als Roberto Cremasco uit Luik de chef die samenstelt én controleert op de kwaliteit: “We testen het asfalt meerdere keren per dag. We verbranden een staal om het bitumengehalte te bepalen, en zeven de overgebleven mineralen om de juiste verhoudingen van stenen, zand en vulstof te controleren. Zo zorgen we dat elk mengsel aan de exacte specificaties voldoet.” 

Operator Tom Alleman: “Je bent continu aan het denken en tellen.”

Het perfecte mengsel begint in de silo’s waar de grondstoffen geladen worden. Van daaruit vervoert een transportband de ingrediënten naar een soort oven, waar ze in meerdere stappen verwarmd en vermengd worden. Het is de operator die elke stap in het proces meticuleus bijhoudt en bijstuurt waar nodig. Moderne asfaltcentrales zijn verre van de stoffige, lawaaierige fabrieken die men zich misschien voorstelt. Tom Alleman, een ervaren operator, beschrijft zijn werkplek: “We hebben hier drie, vier schermen die we constant in de gaten moeten houden. Alles is geautomatiseerd, maar je moet wel alert blijven.” 

Die alertheid is cruciaal, want de productie draait om precisie. “We hebben een systeem dat bijvoorbeeld de temperaturen, of de verhoudingen van materialen controleert,” legt Tom uit. “Als er iets afwijkt, krijgen we meteen een melding en moeten we ingrijpen.” Het werk in een asfaltcentrale is een constante balanceeract tussen efficiëntie en kwaliteit. Kevin beschrijft het zo: “Je bent continu aan het denken, je bent continu aan het tellen, je hoofd staat niet stil. Het is fysiek niet vermoeiend, maar mentaal is het wel uitdagend.” 

Stille revolutie 

In een tijd waarin duurzaamheid en technologische vooruitgang hand in hand gaan, ondergaat de asfaltsector een stille revolutie. De asfaltsector mag dan gebaseerd zijn op principes van duizenden jaren oud – het eerste beschreven gebruik van asfalt op de weg dateert van de 7e eeuw voor Christus in Babylon, maar stilstand is er verre van. Operator Kevin maakt de evolutie van dichtbij mee: “Tegen 2030 moeten de uitstootnormen zo laag zijn, dat eigenlijk praktisch elke centrale toekomstgericht gaat moeten ombouwen.” Moderne asfaltcentrales zijn hightech faciliteiten geworden waar precisie, milieubewustzijn en vakmanschap samenkomen. Het is een wereld die vraagt om geëngageerde professionals die willen bijdragen aan de infrastructuur van morgen. 

Manager Kurt Schaevers: “We hebben altijd behoefte aan gemotiveerde mensen die willen leren en groeien.”

Deze focus op duurzaamheid is niet zomaar een modeverschijnsel, maar een fundamentele verschuiving in de industrie. Laborant Roberto legt uit: “Vandaag al kunnen we asfalt voor toplagen maken met 20 procent gerecycleerd materiaal. We merken dat het toevoegen van gerecycleerd materiaal geen invloed heeft op de kwaliteit of duurzaamheid van het asfalt.” 

De innovatie in de asfaltsector is een continu proces. “We zijn constant bezig met het verbeteren van onze recepten en processen,” zegt manager Kurt. “Of het nu gaat om stillere wegen, betere waterafvoer of langere levensduur, we zoeken altijd naar manieren om ons product te verbeteren.” 

Deze innovatiedrang maakt de sector tot een dynamische werkomgeving voor mensen die houden van technologie en vooruitgang. Het is een plek waar je letterlijk en figuurlijk aan de weg van morgen kunt bouwen. 

Van de weg naar het lab: carrièrepaden in asfalt 

De asfaltsector biedt niet alleen een stabiele werkgelegenheid, maar ook verrassende carrièremogelijkheden. Roberto’s loopbaan is daar een sprekend voorbeeld van. “Ik begon op de werf, waar ik het asfalt legde,” vertelt hij. “In de winter, wanneer we minder asfalt produceren, kwam ik naar het laboratorium om mijn collega te helpen met analyses. Uiteindelijk hebben ze me dan gevraagd of ik dit niet voltijds wou doen.” 

Roberto Cremasco test elke 200 ton een staal van het asfalt om de kwaliteit de kunnen garanderen.

Kevin is via hetzelfde pad in de asfaltcentrale terechtgekomen. Tijdens de winterluwte vroeg hij of hij nergens kon helpen, en zo is hij is de centrale beland. En dan heeft hij geen spijt van. “Je leert elke dag bij,” zegt Kevin.” Of het nu gaat om nieuwe recepten, verbeterde productietechnieken of strengere milieunormen, je moet bijblijven.” 

Deze cultuur van continu leren maakt de sector aantrekkelijk voor mensen die houden van uitdagingen en persoonlijke ontwikkeling. “Ik heb de kans gehad om me te specialiseren in kwaliteitscontrole,” vertelt Roberto. “Het is fascinerend om te zien hoe complex asfaltproductie eigenlijk is.” 

De technologische vooruitgang in de sector heeft ook nieuwe carrièrepaden geopend. Tom, de operator, legt uit: “Vroeger was alles handmatig, nu werk je met geavanceerde computersystemen. Je moet dus niet alleen verstand hebben van asfalt, maar ook van IT.” 

Een sector met toekomst 

Ondanks de uitdagingen waarmee de bouwsector in het algemeen wordt geconfronteerd, blijft de vraag naar goede wegen – en dus naar gekwalificeerd personeel in de asfaltsector – hoog. Kurt benadrukt: “We hebben altijd behoefte aan gemotiveerde mensen die willen leren en groeien. Of je nu start als operator, laborant of in een andere functie, er zijn altijd mogelijkheden om door te groeien.” De sector evolueert, en biedt kansen voor jonge, technisch onderlegde professionals die op zoek zijn naar een carrière die praktisch vakmanschap combineert met hightech innovatie. 

De asfaltsector investeert ook in de toekomst door samenwerkingen met onderwijsinstellingen. “We bieden stageplaatsen en leercontracten aan,” zegt Kurt. “Zo kunnen jonge mensen kennismaken met de sector en ontdekken welke mogelijkheden er zijn.” 

Deel dit artikel op